![]() |
x |
|||
|
||||
Een leerlingvolgsysteem en De Vreedzame School? |
||||
|
||||
Waarom geen leerlingvolgsysteem?
In de eerste plaats is er bij dit domein veel minder duidelijk sprake van leerlijnen. Het is niet eenvoudig om aan te geven wat een leerling eind groep 3, 4, 5, enzovoort, moet kunnen als het gaat om bijvoorbeeld ‘samenwerken’. Wat verwachten we van leerlingen? Mag een leerling ‘afwijken’ van de norm? Mag een leerling introvert en verlegen zijn, of willen we allemaal leerlingen die extravert zijn en makkelijk sociale contacten aangaan? Wat is de norm? De duidelijkheid van het leesonderwijs (eind groep 3 verwachten we dat alle leerlingen een bepaalde tekst in een bepaald tempo foutloos lezen) ontbreekt als het gaat om de sociale opbrengsten.
|
|
|||
|
Het ‘meten’ van gedrag daarvoor geen absolute norm, maar gaan uit van hun eigen norm. Of van het gemiddelde van de groep, waardoor hetzelfde gedrag in de ene groep heel anders wordt beoordeeld dan in de andere groep. Het gevolg is dat de ene leerkracht dezelfde leerling heel anders beoordeelt dan de andere leerkracht. bepaald domein (bijvoorbeeld een goede lees- en rekenvaardigheid) kleurt de beoordeling in positieve zin van alle andere gedragingen van het betreffende kind. dan nodig.
Gedrag kan, met andere woorden, niet los worden gezien van de omgeving waarin het optreedt.
|
|
||
|
Koppeling leerlingvolgsystemen aan De Vreedzame School
Het opsommen van suggesties voor leerkrachten n.a.v. de uitslag van een afname van een volgsysteem gaat uit van een soort versimpeling: we meten sociale competenties bij kinderen; de scores vallen niet binnen een norm; dus gaan we iets extra’s doen om die kinderen of de groep ‘bij te spijkeren’. Zo’n simpel model gaat voorbij aan de complexiteit die eigen is aan dit domein.
|
|
||
|
Gedrag sterk bepaald door de omgeving Deel van die context is de leerkracht: de relatie tussen leerkracht en leerling. Uit onderzoek blijkt een duidelijk verband tussen de kwaliteit van de relatie tussen leerkracht en leerlingen enerzijds en het sociaal functioneren en het optreden van gedragsproblemen anderzijds. verbondenheid) met de school en de leerkracht een sterke beschermende factor is in het voorkomen van probleemgedrag. gezien kan worden van de omgeving. Gedrag van kinderen ontwikkelt zich in voortdurende wisselwerking met die omgeving. Kinderen vragen zich voortdurend af: wat wordt er van mij in deze omgeving verwacht? Wat is de sociale norm? Die blijkt zeer voorspellende te zijn voor het optreden van gedrag.
En zo zouden we nog wel een aantal factoren kunnen benoemen die het optreden van (probleem)gedrag veroorzaken of in stand houden. De aanpak bij gedragsproblemen kan dan ook niet zonder een analyse: hoe komt het dat deze kinderen opvallen? Daarbij kunnen dus bijvoorbeeld bovenstaande factoren een rol spelen (relatie met de leerkracht, verbinding met de groep, e.d.), maar ook het aanbod: is het reguliere aanbod van De Vreedzame School wel goed uitgevoerd?
|
|
||
Dus ….. een simpele koppeling van het programma van De Vreedzame School naar de uitslag op welk leerlingvolgsysteem dan ook, schiet wat ons betreft tekort. We willen wel graag scholen helpen bij hun vraag hoe om te gaan met ongewenst gedrag van kinderen. Daartoe is juli 2014 een boek verschenen over de aanpak van ongewenst gedrag passend bij de principes van De Vreedzame School: Van gedragsregulering naar opvoeding - SWP Uitgevers. Daarin geven we leerkrachten en scholen handreikingen om gedrag op een positieve wijze te beïnvloeden en om ongewenst gedrag te doen verminderen.
Daarnaast is er dus het Kwaliteitszorginstrument waarmee scholen een monitor in handen krijgen om na te gaan of ze de doelen van het programma in voldoende mate bereiken. Op grond van dat kwaliteitssysteem is het mogelijk om op groep- en schoolniveau doelgericht te werken aan gedrag. Want laat er geen misverstand over bestaan: het is uiteraard zinvol als scholen en leerkrachten heldere doelen hebben en nagaan of ze die doelen bereiken.
|
||||
|
|
|||
|
|